Saskia de Wit Tuin en landschap

info@saskiadewit.nl    06 4128 8022    Meeuwenlaan 108a2    1021 JM Amsterdam

Tuinen > Portfolio > copes van cattenburch

Saskia de Wit, copes van cattenburch, Saskia de Wit, copes van cattenburch, Saskia de Wit, copes van cattenburch,

Locatie: Den Haag
In opdracht van: particulier
Ontwerp: 2022

situatie

Den Haag is een stad in de duinen. Tot het eind van de achttiende eeuw was het gebied waar nu de Archipelbuurt ligt, een duinlandschap. Hier werd het landgoed Duinweide aangelegd, en tussen 1860 en 1890 werd hier de Archipelbuurt gebouwd. Als gevolg hiervan is er een hoogteverschil van ca. 1 meter in de tuin. 

De tuin bestaat uit drie onderdelen, elk met een eigen karakter: een deel dat duidelijk bij het huis hoort, met een symmetrische, formele opzet, het middendeel met een prieel, en het achterste, verborgen deel met een vijver, verscholen onder hoge bomen. Deze delen zijn onderling slecht verbonden, en door de knik in de plattegrond en de positie van de heesters lijkt de tuin halverwege te stoppen en is het achterste deel van de tuin onzichtbaar. 

concept

Het hoogteverschil en de identiteit van de verschillende plekken vormen de basis voor het nieuwe ontwerp. Een logische en vloeiende routing leidt als vanzelf naar achter in de tuin: een ritmische reeks van open en gesloten, van gecultiveerd naar meer natuurlijk, van stedelijk naar ver weg van alles. Aan het einde buigt weer terug naar het huis, zodat alle delen een gelijkwaardig onderdeel worden van een afwisselende ervaring. 

De reeks wordt gedragen door drie open plekken, elk een twee-eenheid met een gebouw: het huis, de serre en een nieuw tuinhuis. De open plek voor de serre is het punt waar alles samenkomt. Deze dynamische plek wordt verankerd door een samenhangende dichte rand van heesters en varens. De toevoeging van een tuinhuis zorgt ervoor dat de blik naar achter in de tuin wordt getrokken. Zichtlijnen, gericht op gebouwtjes en sculpturen, trekken de blik steeds verder de tuin in en geven aanleiding tot richtingveranderingen in de route.

bloemenweide

Direct aan het huis komt een ruimte zitplek. Door hergebruik van de bestaande gebakken klinkers sluit het terras aan op de stijl van de achtergevel en de geschiedenis van de plek. Vanaf het terras loopt een pad door een bloemenweide de tuin in. Waarbij de blik wordt getrokken tot een tuinbeeld onder de bestaande groep hulstbomen. De bloemenweide zorgt voor een verhoging van de biodiversiteit: een mix van inheemse soorten, soorten die aantrekkelijk zijn voor bijen en vlinders, en soorten met een silhouet dat aantrekkelijk blijft in de winter, en zaad voor vogels.

knooppunt

Door de positie van de serre bestaat het middendeel eigenlijk uit twee open plekken. De voorkant van de serre wordt een ruime plek waar, bijvoorbeeld voor feestjes, veel mensen kunnen samenkomen, maar die ook als er niemand is vanzelfsprekend oogt. De achterkant van de serre wordt een erf, met ruimte voor fietsen, opslag, houtopslag, een composthoop. De open plek aan de voorkant heeft een organische en dynamische vorm, waarin de architectonische taal van bebouwing en terrassen en de natuurlijke taal van de beplanting samenkomt. De plek ligt ingebed in een rand van wintergroene heesters en varens, als een nieuw, structuurdragend element in de tuin. De rand is laag genoeg om visueel contact te houden tussen de verschillende delen van de tuin, en hoog genoeg om de plek beschutting te geven. 

bos

In het verlengde van het centrale pad loopt een pad vanaf de open plek verder naar achter in de tuin, waar de blik wordt getrokken door een soort sprookjesbos: engeltjes, zuilen, vazen, een vis en een kabouter, dicht op elkaar tussen klimop en varens. 

Als je hier tussendoor bent gelopen, kom je achter de vijver langs op een beschutte, verdiepte plek, met tegenover de vijver een tuinhuis, onder de bestaande walnotenboom. Een tweede pad leidt terug naar de centrale plek, om de bestaande groep hoge rododendrons heen. Deze rododendrons worden opgesnoeid zodat je eronderdoor kan kijken vanaf de centrale plek een glimp kan opvangen van het tuinhuis. De vloer van de plek bestaat uit gebakken klinkers, een echo van het terras bij het huis, maar door het gefilterde licht en de inbedding in de bosachtige beplanting, met een heel eigen sfeer. Door in dit deel in de loop van de jaren het snoeihout ineen te vlechten tot een ‘takkenril’ wordt een plek gecreëerd voor vogels en egeltjes.