De buitenruimte van Huis van de Wijk 'De Meeuw' in Amsterdam-Noord werd vooral gebruikt als poepveldje en als doorsteek. Om hier weer een aantrekkelijke plek voor bezoekers van te maken, is het onooglijke grasveldje getransformeerd in een onderhoudsarme tuin, met naast de beplanting alleen hergebruikte materialen: oude betontegels, boomstammen, een bestaand bankje. De beplanting bestaat uit krentenboompjes met daaronder een weelderig tapijt van vaste planten en veel verwilderingsbollen. Banken binnen en buiten de tuin, grote liggende boomstammen en kleine staande stammetjes bieden verschillende zitplekken, waardoor de tuin nu volop wordt gebruikt.