De voortuin is een representatieve tuin, in tegenstelling tot de achtertuin die een verblijfsruimte is. De compositie is dan ook geen ruimtelijk spel, dat verandert met de beweging, maar een tweedimensionale, grafische compositie, als een schilderij, waarbij - voortbordurend op de bestaande Pyrus salicifolia - zilvertinten de boventoon voeren.
De tuin is verdeeld in drie stroken, in verschillende hoogtes, als intermediair tussen gevel en straat: een verhoogd terras voor de gevel, omgeven voor een gemetseld keermuurtje, een middendeel met daarin de verdiepte fietsenstalling, en een terras langs de tuinmuur. Op het plateau staan bloembollen in een strak gelid, in een bed van zilverkleurige planten. Een patroon van gebogen lijnen verwijst naar de vormen uit de achtertuin. De lijnen worden gevormd door gesnoeide haagjes van Ilex crenata, in een bed van stekelnootjes en gevuld met zilverkleurig gras, Festuca glauca.