Twee panden in verschillende straten met aangrenzende achtertuinen zijn met elkaar verbonden door de tuinen bij elkaar te trekken. Een van de panden is in gebruik als woning, het andere heeft op de begane grond een antiquariaat, tevens kantoor, de bovenverdieping wordt verhuurd aan studenten. Door de tuinen bij elkaar te trekken ontstaat er een route tussen woon- en werkruimte. De tuinen liggen in een beschaduwd binnenterrein op veengrond; het binnenterrein ligt intussen ruim anderhalve meter onder maaiveld. De verbinding met de woning is een houten veranda, van het antiquariaat is de oorspronkelijke veranda verwijderd en vervangen door een stalen trap. Een grote kersenboom overkoepelt de tuin.